Een aankomende wetswijziging moet het voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) onaantrekkelijker maken om hoge bedragen te lenen van de eigen BV. Naar verwachting zal de maatregel van het kabinet per 1 januari 2022 worden doorgevoerd. Hoe handel je het slimst en efficiëntst in aanloop naar deze datum?

Ontmoedigende maatregel

Het kabinet heeft zich voorgenomen een wetswijziging door te voeren die hoge DGA-leningen boven de 500.000 euro in moet perken. Vanaf 1 januari 2022 moeten DGA’s, die meer van 500.000 euro lenen van de eigen BV, over het meerdere een aanmerkelijkbelangheffing (dividendbelasting) betalen (belast in box 2). Om het fiscale nadeel tot een minimum te beperken, loont het als DGA zeker om al ruim vóór 1 januari 2022 na te denken over een vroegtijdige aflossing van de schulden.

Wees snel

Zo kun je overwegen om, liefst in 2019 al, een deel dividend uit te keren aan de DGA. Met het vrijgekomen geld kan vervolgens weer een deel van de schuld afgelost worden. Waarom het liefst in 2019? Nu geldt nog een dividendbelasting van 25%, maar in 2020 is dit al 26,25% en in 2021 wordt het tarief nog verder verhoogd tot 26,9%. Indien mogelijk, dat wil zeggen mits de BV voldoende liquiditeiten heeft, is het dus aan te raden om al in 2019 zo dicht mogelijk bij die 500.000 euro schuld in de buurt te komen. Dividendbelasting wordt voor 15% door de BV betaald en de overige 10% dient vanuit prive betaald te worden na opgave in de IB aangifte.

Let op: de maatregel geldt voor alle leningen behalve de eigenwoningschuld. Dat betekent dus dat ook gekeken zal worden naar schijnconstructies via partners of andere familieleden. Het financieren van de eigen woning (en dus niet van andere panden) blijft dus wél buiten beschouwing.

Zakelijke voorwaarden

Voor alle leningen die aan de dga worden verstrekt geldt dat er zakelijke voorwaarden moeten gesteld – net zoals dat bij leningen aan derden het geval is. Gebeurt dat niet, of worden de gestelde voorwaarden niet nageleefd, dan is er volgens de Belastingdienst mogelijk sprake van onzakelijk handelen en wordt de lening als inkomsten beschouwd.

Verschil RC en lening

Tot slot is het goed om je bewust te zijn van het verschil tussen een rekening-courant (RC) en een lening van de BV. Deze twee termen worden namelijk nog wel eens door elkaar gehaald. Wanneer er kleine bedragen over en weer worden ‘voorgeschoten’, is er geen sprake van een lening, maar van een RC. Het voorgeschoten bedrag, bijvoorbeeld een kleine rekening die jij even gauw voor de BV betaalt, krijg je immers kort daarop weer terugbetaald vanuit de BV en vice versa. Bedragen tot 17.500 euro die opgenomen van of overgemaakt naar de RC worden, vallen dus niet onder een lening met rente. Let er daarbij wel op dat het bedrag op de RC niet boven de 17.500 euro mag komen. Boven dat bedrag wordt wél rente gerekend. De schuld in RC mag ook niet als schuld in box 3 meegenomen worden.

Aanvullend advies nodig in aanloop naar de wetswijziging omtrent de DGA-lening? We gaan graag met je om de tafel.